Verschillende soorten psychologisch onderzoek
Om een beter beeld te krijgen van jouw kind, kan onderzoek zinvol zijn. Onderzoek kan duidelijk maken wat zich in het hoofd van het kind afspeelt en welke aanknopingspunten er zijn voor begeleiding.
Intelligentieonderzoek: Met behulp van de WISC-V (6 tot 16 jaar) of de WIPPSI-IV (3 tot 6 jaar) wordt een inschatting gemaakt van de cognitieve capaciteiten van het kind. Het onderzoek levert niet alleen een totaalscore op maar een sterkte-zwakte-analyse van de cognitieve vermogens van jouw kind. Middels deze analyse kan regelmatig verklaard worden waarom het kind vastloopt op sommige gebieden en kunnen passende adviezen worden gegeven.
Regelmatig krijg ik de vraag of intelligentieonderzoek bij kleuters wel zinvol is omdat het kind nog volop in ontwikkeling is. Mijn ervaring is dat afname van de WIPPSI veel duidelijkheid kan geven. Wanneer blijkt dat uw kind een grote ontwikkelingsvoorsprong heeft, kan uw kind een aangepast (onderwijs) aanbod krijgen voordat het gefrustreerd raakt op school en/of zich te veel aan gaat passen. Zo kan onderpresteren en/of het ontstaan van gedragsproblematiek worden voorkomen.
Persoonlijkheidsonderzoek: Naast de cognitieve vermogens van het kind, kunnen ook niet-cognitieve persoonlijkheidskenmerken in kaart worden gebracht. Dit aanvullende onderzoek kan ook duidelijk maken waarom het kind met sterke cognitieve vermogens toch niet tot bloei en/of presteren komt. Je kunt dan denken aan onderzoek naar: